De Twaalf Profeten

NAHUM

De inleidingen tot de Bijbelboeken zijn bedoeld als ondersteuning voor de bestudering van de Bijbelboeken, maar het verdient alle aanbeveling om eerst ieder Bijbelboek zelf een aantal keren aandachtig te lezen, opdat al lezend een beeld van het boek, van de achtergrond ervan, van zijn inhoud, opbouw en van zijn onderwerpen ontstaat. De aandacht voor de tekst van het Woord van God zelf dient altijd voorop te blijven staan vanwege het hoogste gezag dat dit Woord in alle opzichten vertegenwoordigt. 


Inleiding


Het Bijbelboek Nahum is geschreven door de ziener Nahum, wiens naam betekent ‘Troostrijk’ of ‘Trooster'. Het boek wordt tot de zogenaamde ‘De Kleine Profeten’ gerekend. Nahum richt zich voornamelijk op Ninevé, de indrukwekkende hoofdstad van de wereldse grootmacht Assyrië die Israël grotendeels had weggevoerd en die nu Juda bedreigde (‹Jesaja 36›), al is de aangekondigde val van Ninevé tegelijkertijd ook een vreugdevolle boodschap  voor Juda, zoals wij duidelijk kunnen opmaken uit Nahum 1:13-2:3. 

De profeet Nahum wordt nergens anders in de Bijbel aangehaald. Hij was afkomstig uit de plaats Elkosh. Dat was zijn geboorteplaats. Sommigen menen dat dit een plaatsje in Assyrië was genaamd Alkush, aan de oostzijde van de Tigris, ten noordwesten van Khorsabad, twee dagen reizen van Mosul. Er is daar een graf dat door moslims en christenen wordt vereerd. Dit plaatsje duikt echter pas in de 16e eeuw op in een geschrift van een monnik en  daarom is het erg onwaarschijnlijk dat Nahum hier geboren zou zijn. Omdat ook bij Ninevé een zogenaamd graf van Jona is, is het aannemelijk dat de naam Elkosh niet zozeer van de plaats in de Bijbel kwam, maar vanuit de Bijbel de plaatsnaam werd. De Joodse traditie houdt het erop dat Nahum uit Galilea kwam, uit de plaats Helcesai (‹of Helcesei of Elcesi - dit lijkt op ‘Elkosi’›). Deze traditie heeft de steun van Hiëronymus van Stridon, de samensteller van de Vulgata›) en van Cyrillus uit Alexandrië en Pseudo Epiphanius en Pseudo Dorotheus. Maar meer dan de gelijkenis in de naam is er niet aan bewijs. Dat geldt ook voor de naam Kapernaüm (‹=kafer Nahum = dorp van Nahum›). Alexander Fraser voegt aan de opties nog een andere toe, nl, Elcesei, een dorpje in Juda. 

Sommigen menen dat Nahum zijn profetie in Ninevé schreef en uitsprak. Eén van de argumenten daarvoor is dat in Nahum diverse Arameïsmes zouden staan, zoals ‘zijn helden’ (‹גִּבֹּרֵיהוּ›) en ‘staal’  (‹פְּלָדוֹת›)  (‹beide in Nah. 2:4›), ‘je gezanten’ (‹מַלְאָכֵכֵה›) (‹Nah. 2:14›), ‘klagen’ (‹מְנַהֲגוֹת›) (‹Nah. 2:8›) en ‘steigeren (‹van paarden›)’ (‹דֹּהֵר›) (‹ (‹Nah. 3:2›). K&D stellen dat deze vormen even goed verklaard kunnen worden uit de Galilese afkomst van de profeet. Ook andere argumenten, die erop zouden moeten wijzen dat Nahum in Ninevé optrad, wijzen zij terecht van de hand. Vanwege de duidelijk aanwezige relatie tussen Nahum en Jesaja (‹vergelijk b.v. Nah. 1:15 met Jes. 52:7›) menen K&D dat het logischer is om te veronderstellen dat Nahum in Galilea geboren is en later in het gebied van Juda ging wonen en zijn bediening als profeet daar ontplooide in samenwerking met de profeten Jesaja en Micha. Van zijn leven is hoegenaamd niets bekend. Sommigen menen dat hij profeteerde onder de koningen Jehu en Joahaz, anderen menen in de tijd van koning Zedekia.  Nahum was waarschijnlijk een tijdgenoot van Zefanja die ook in levendige bewoordingen de val van Ninevé aankondigde (‹Zefanja 2:13-15›). 

Nahr_al-Khosr.png

Kaart van de loop van Khosr rivier en van de ligging van Ninevé en andere steden uit de oudheid op de noordelijke oever van de rivier de Tigris, met inbegrip van de dammen en kanalen die door Sanherib werden aangelegd. In Khorsabad was het paleis van de Assyrische heerser Sargon. Linksboven zien wij Al-Qosh, de vermeende woonplaats van Nahum, de Elkosiet. Tegenwoordig ligt Mosul tegenover Ninevé op de zuidelijke over van de rivier. 

(Wikipedia - CC BY-SA 3.0)


Ninevé, de hoofdstad van het Assyrische Rijk, wordt door Nahum haar verwoesting aangezegd. De stad was niet lang na de vloed door Nimrod opgericht (‹Gen. 10:11-12›). Vanaf het begin was de stad Ninevé in het noorden van de Eufraatvallei, een rivaal van Babylon dat in het zuiden van de Eufraatvallei lag.  De onderlinge afstand was bijna 500 km. De stad kwam tot grote bloei rond 900 v. Chr. Nadat Jona in 785 v. Chr. naar hen toe gekomen was en men zich had bekeerd, was de stad geleidelijk toch weer in de oude zondes en gewoontes teruggevallen. Assyrië had het noordelijke 10-stammenrijk van Israël onder de voet gelopen. Ninevé’s bruutheid en bloeddorstigheid waren berucht. 

Het grote Ninevé op de noordelijke oever van de Tigris was bijna 50 km. lang en meer dan 15 km. breed en voorzien van irrigatiesystemen. Voor de verdediging van het geheel lagen er 5 muren omheen en 3 kanalen. Ninevé besloeg de driehoek gevormd door de Tigris en de Zab rivier en de steden Kalah, dat ongeveer 30 km. zuidelijker lag, en Resen vielen binnen haar gebied. In Kalah (‹Kalhu›) werden de paleizen van Assurnasipal II, Salmaneser III met zijn Zwarte Obelisk, Tiglath-Pileser en Esarhaddon gevonden. Khorsabad, 15 km. in noordelijk richting, was gebouwd door Sargon (‹Jes. 20:1›), die Israël had verwoest (‹721 v. Chr.›). Zijn paleis was het meest indrukwekkende na dat van Sanherib dat op de heuvel Koyunjik lag - tegenover het latere Mosul dat momenteel in Noordwest-Irak ligt - waar ook het paleis van Assurbanipal werd gevonden. Mosul omsluit tegenwoordig ook feitelijk heel de locatie van de historische stad Ninevé op de noordelijke Tigrisoever.

ninevepalace.png

een schildering van de stad Ninevé zoals herontdekt door Austen Henri Layard - een schets uit 1853 van James Fergusson (1808-1886) - Public Domain

De eigenlijk stad Ninevé besloeg een oppervlakte van ong. 5 bij 3 km. en was gebouwd op de kruising van de Tigris en de Khoser rivier. De stad werd beschermd door muren van ong. 30 mtr. hoog, die breed genoeg waren om 4 strijdwagens naast elkaar erover te laten rijden, en de omtrek van de muur was ong. 13 km. Uit het feit dat wij in Jona 4:11 lezen dat er 120.000 mensen in Ninevé woonden die het onderscheid niet kenden tussen hun rechterhand en linkerhand, concludeert men gewoonlijk dat die 120.000 voor het aantal jonge kinderen stonden en dat het totaal inwoners zeker 500.000 was en misschien wel 1 miljoen. 

De vroegere profetische boodschap van de profeet Jona aan Ninevé was kort geweest. Jona profeteerde in Ninevé rond 785 v. Chr. De bekering ten gevolge van de prediking van Jona had geleid tot diep berouw en daardoor tot uitstel van Gods oordeel. Later verviel Ninevé toch weer in zonde en Assyrië verwoestte Israël (‹het noordelijke 10-stammenrijk›) rond 721-722 v. Chr. Vervolgens wordt door Nahum de ondergang van Ninevé aangekondigd en dit oordeel zal niet meer worden uitgesteld.

Assyrië had Juda ernstig bedreigd (‹Jes. 36›) en bijna onder de voet gelopen en geplunderd.  Zie Nah. 1:9, 12, 15; Nah. 2:2›). De profeet doelt zonder twijfel op Sanherib die toch wel de personificatie van die bedreiging van Juda is. Deze Sanherib is door de HEERE weliswaar ernstig vernederd door de slag die de Engel van de HEERE in één nacht aan zijn legers toedacht, maar zijn expansiedrift was daarna nog steeds niet tot rust gekomen en zijn legers gingen nog rond en overvielen de natiën: Susan, Babylon, Cilicië. 

Sanheribs opvolger, Esarhaddon, trok op tegen Foenicië, Armenië en Cilicië en viel ook Edom aan en voerde een deel van de Edomieten in ballingschap af naar Assyrië. Ook zou hij een klein, onbetekenend volk genaamd de Bikni hebben onderworpen en uit het 2 Kr. 33:11 weten wij dat koning Manasse van Israël door hem gevangen werd genomen en in ballingschap naar Babel bracht. Esarhaddon bouwde zijn paleis in Kalah, maar het bouwwerk ging in vlammen op, nog voordat het goed en wel klaar was. 

De opvolger van Esarhaddon was Assur-bani-pal. Zijn naam is te vinden in diverse inscripties uit de Oudheid, voerde oorlog tegen Susan, Egypte (‹tegen Tirhaka die Memphis, Thebes en andere steden had veroverd toen Esarhaddon ziek was›), langs de kust van Syrië en ook in Cilicië en Arabië. Hij bouwde zijn paleis in Kouyunjik in Ninevé. Archeologen vonden daar een kamer met kleitabletten, want Assur-bani-pal was kennelijk een soort onderzoeker-archeoloog en zijn geleerden deden onderzoek in de bibliotheken van de oude Babylon en maakten kopieën van de ‘documenten. die daar werden aangetroffen en die mogelijk wel 1500 jaar eerder waren samengesteld. Zo is er nog veel kennis beschikbaar uit het oude Babylon. Onder de zoon van Assur-bani-pal genaamd Asur-emid-ilin, kwam Assyrië ten val door de inname en verwoesting van Ninevé. 

De onderkoning van Babel, Labynetus, die eerder had bemiddeld in een conflict tussen Lydië en Medië (‹Herodotus i. 74›) werd onder de naam Nabopolassar, koning van Babylon en samen met de Medische koning Cyaxares, zou hij Nineve innemen en verwoesten. Volgens Ptolemaeüs was koning Nabopolassar koning van Babylon van 625 tot 606 v. Chr. 

Het boek Nahum is hoogstwaarschijnlijk geschreven na 663 v. Chr, toen de Egyptische stad Thebe in handen van de Assyriërs viel, en voor 612 v. Chr., het jaar dat Ninevé in handen van de Babyloniërs viel. Het boek bevat een zinspeling op de verovering van Thebe, dat in die tijd No-Amon genoemd werd (‹Nah. 3:8 e.v.›). Waarschijnlijk kwam de profetie vlak na de gebeurtenissen met het Assyrische leger onder leiding van Sanherib (‹Jes. 37›), mogelijk nog bij het leven van Hizkia. Zeer waarschijnlijk was Nahum een tijdgenoot van Jesaja, een gedachte die ook ondersteund wordt door de vergelijking van Nah. 1:15 met Jes. 52:1, 7 en van Nah. 1:8, 13 en Nah. 3:10 met Jes. 10:23, 27 en Jes. 13:16 en van Nah. 3:5 met Jes. 47:2, 3; 3:7, 10; 51:19, 20. 

Anderen menen dat Nahum midden 7e eeuw v. Chr.  ten tijde van koning Manasse (687-642 v. Chr.) is geschreven. 

De uitdrukking ‘Het boek van het visioen’ aan het begin van het boek Nahum is uniek. Men denkt wel dat Nahum zijn visioen allereerst aan het papier toevertrouwde (‹vgl. het boek Openbaring›), terwijl andere profeten de woorden allereerst lijken uit te spreken. De profetie van Nahum die de val van Ninevé voorzegt, is wezenlijk bedoeld als troost voor de inwoners van Juda.

De profetie is letterlijk vervuld rond 612 v. Chr., toen Ninevé werd veroverd door de Babyloniers onder leiding van de al genoemde Nabopolassar en de Meden onder leiding van Cyaxares. Wat wij over de inname van de stad weten, komt overeen met de beschrijving van Nahum. Ninevé is totaal verwoest (‹Strabo - xvi. 1, 3›). Na 2-3 jaar belegering steeg het water van de rivier plotseling en werden delen van de muur weggespoeld. Door deze bressen konden de Meden en de Babyloniërs de stad binnendringen en hun vernietigend werk uitvoeren zoals beschreven in Nah. 2:3-4 en Nah. 3:1-7. 

Eeuwenlang was Ninevé een vergeten en onder het zand bedolven  ruïne. Toen de Griekse schrijver Xenophon met 10.000 door de Perzische Cyrus tegen zijn broer Artaxerxes II ingehuurde Griekse soldaten van de vergeefse strijd terugkeerde en in het jaar 401 v. Chr. in de vlakte van Ninvé kwam, vond hij daar twee grote steden die hij Larissa en Mespilla noemt. Vlakbij Larissa was een stenen pyramide van ruim 60 mtr. hoog en ruim 30 meter breed waarheen het merendeel van de bewoners van de dorpen was gevlucht. Ze vertelden hem wat een wonder het was geweest dat de Perzen een stad met zulke hoge muren hadden kunnen veroveren (‹Xenophon, Anabasis, iii. 4, 7 e.v.›). Maar Xenophon trok verder zonder te beseffen dat de steden resp. Kalah en Kouyunik vertegenwoordigden, twee belangrijke delen van het vroegere Ninevé. Vierhonderd jaar later schrijft Tacitus in Annales xii. 13, dat er een klein fort op diezelfde plaats stond ter bewaking van de overgang over de Tigris. Het fort wordt ook door Abul-Pharaj genoemd in de 13e eeuw (‹Hist, Dynast. pg. 266, 289, 353›). Hier tegenover op de westoever van de Tigris lag Mosul, dat was uitgegroeid tot één van de belangrijkste steden van het gebied. De ruïnes van Ninevé dienden als steengroeve voor de stad Mosul, zodat het geheel een verwaarloosde en onaanzienlijke indruk maakte, zodat zelfs Niebuhr in 1766 staande bij de brug over de Tigris, hoewel hem gezegd was dat hij in de buurt van het oude Ninevé was, het geheel aanzag voor een natuurlijk heuvellachtig landschap.

Na een vooronderzoek in 1820 door de Engelsman Claude James Rich, die 4 maanden lang tekeningen maakte van het gebied aan de overzijde van de rivier ten noorden van Mosul, waar hij vermoedde dat Ninevé gelegen had, werden de overblijfselen van Ninevé in de 19e eeuw tussen 1849 en 1854 gevonden bij opgravingen door de Engelse Layard, Rassam en Rawlinson samen met de Franse consul Pierre Botta. Hierbij werden verschillende paleizen en regeringsgebouwen opgegraven (‹zie J.C. Weissenborn “Ninevé und sein Gebiet”, Erfurt 1851›).  Daarmee daalde de spot van Voltaire over de betrouwbaarheid van de Bijbel  (‹1694-1778›) op zijn eigen hoofd neer, want hij had ooit gezegd: “Ninevé heeft nooit bestaan!” Eén van de grote ontdekkingen was de bibliotheek van koning Assurbanipal in het paleis van Sanherib, bestaande uit wel 100.000 ‘boeken’ waarvan ongeveer een derde overgebracht werd naar het Brits Museum in Londen. Assurbanipal was min of meer een archeoloog en hij liet zijn geschiedschrijvers ook de bibliotheken van het oude Babylon onderzoeken en kopiëren. Daardoor is is ons veel bekend geworden over de oude literatuur in Babylon, vanuit de tijd ruim 1500 jaar voor Assurbanipal.

niniveh_01.jpg

een plattegrond van de opgegraven stad Ninevé - afstandsschaal linksboven (Wikipedia - 1 April 2008 - Karajou - Fair Use)

Het boek Nahum heeft een zgn. ‘Alef-Bet’ structuur die erdoor wordt gekenmerkt dat de letters van het Hebreeuwse alfabet grotendeels in hun alfabetische volgorde als eerste letter worden gebruikt voor de elkaar opeenvolgende strofen van de tekst. Dit systeem is alleen in de Bijbel te vinden en zou niet voorkomen in andere geschriften in het Midden-Oosten. 

De literaire structuur van het boek Nahum is een chiastisch.


De Profetie

Het dreigend oordeel over Ninevé. Het boek van het visioen van Nahum, de Elkosiet. 

Het dreigend oordeel over Ninevé ofwel ‘de last van Ninevé’ is de passende titel van dit boek, want een oordeel aankondigen is een last voor de profeet die daartoe de opdracht krijgt, en een dreiging voor degenen over wie het oordeel wordt uitgesproken. Ninevé had zich bekeerd op de prediking van Jona, maar was weer naar haar zonden teruggekeerd. In het boek Nahum wordt Ninevé getekend als een stad van bloed, geweld, en toverijen, een stad die andere volkeren verleidde, een hoer gelijk. Nahum verkondigt haar ondergang als haar rechtvaardige straf. Die aankondiging is, zoals wij al gezien hebben, letterlijk vervuld rond 612 v. Chr., toen Ninevé werd veroverd door de Babyloniërs en Meden.  

Het boek heeft een levendig karakter en Nahums literaire kwaliteiten, die Gods boodschap kracht bijzetten en ondersteunen, doen niet onder in kracht, oorspronkelijkheid van denken, in helderheid en zuiverheid van vorm voor die van de profeten Jesaja en Micha. De structuur van het boek wordt chiastisch genoemd, van de Griekse letter χ (‹ ‘chi’ ›). Een chiasme of kruisstelling is een stijlfiguur die bestaat uit een herhaling met een omkering. 

Hieronder een weergave van een chiastische structuur in Nahum van R.B. Chisholm, waarin we door de visuele weergave makkelijk de omgekeerde herhaling kunnen herkennen: 


• de roep om te vieren - Nahum 1:15


• het visioen van de profeet - Nahum 2:1-10 



de hoon van de profeet - Nahum 2:11-12




de verklaring van de HEERE - Nahum 2:13 





• het oordeel, het ‘Wee’ - Nahum 3:1-4




de verklaring van de HEERE - Nahum  3:5-7



de hoon van de profeet - Nahum 3:8-13


• het visioen van de profeet - Nahum 3:14-17

• de roep om te vieren - Nahum 3:18-19


Een andere chiliastische structuur komt van Dorsey. Ook hier kunnen wij door de visuele weergave makkelijk de omgekeerde herhaling herkennen: 

A.  God is jaloers en de HEERE wreekt, een wreker is de HEERE en een toornig heerser. Hij is goed voor hen die op Hem vertrouwen - Nahum 1:1-10

Zijn toorn wordt uitgegoten als vuur, de bergen beven voor Hem, Hij achtervolgt zijn vijanden in het donker en vernietigt de vestiging van zijn vijanden.


B. De HEERE zal Ninevé vernietigen, maar Juda herstellen - Nahum 1:11-15

De Assyriërs zullen dronken worden en verteerd worden als kaf. De HEERE zal de banden, waarmee Assyrië Juda gebonden heeft, verbreken.



C. Een levendige beschrijving van de aanval op Ninevé - Nahum 2:1-10

Een ‘staccato’ verslag als van een ooggetuige: gewonden, stervende soldaten, strijdwagens die in volle vaart heen en weer rijden als het flitsen van de bliksem, en verdedigers van de stad die struikelen als zij naar de muren rennen.




D.  Middendeel: Klaaglied op de val van Ninevé - Nahum 2:11-13



C. Een levendige beschrijving van de plundering van Ninevé - Nahum 3:1-7

Een ‘staccato’ verslag als van een ooggetuige: dode strijders, overal lijken, strijdwagens die heen en weer rijden, speren die flitsen als de bliksem en de vijand struikelt over de dode lichamen.


B. Ninevé zal worden verwoest, het is net zo kwetsbaar als Thebes - Nahum 3:8-13

De Assyriërs zijn dronken geworden, de vestingwerken worden verteerd en het vuur heeft de grendels van de stadspoort verteerd. De hoogwaardigheidsbekleders zullen worden geketend.

A.  Ninevé, dat wordt vergeleken met een verwoestende sprinkhaanplaag, zal zelf verwoest worden  - Nahum 3:14-19

Het vuur zal de allesverslindende Assyriërs verteren, ze zullen over de bergen uiteengedreven worden en Ninevé zal vergeten worden en deze sprinkhanenplaag zal ten einde komen tegen zonsopgang.

Nahum maakt veelvuldig gebruik van vergelijkingen en metaforen. In het Hebreeuws treft ons de snelle opeenvolging van de woorden en de zinnen. De toorn ten opzichte van Ninevé is die van het rechtvaardig oordeel, waarin geen plaats meer is voor mededogen, wat tot uitdrukking komt in de toon. 

Nahum stelt God voor als een Wreker van het kwaad, een bestraffer van zijn vijanden en van de vijand van zijn volk, een God die tegelijk Goed is voor wie op Hem vertrouwen. Daarom is Nahum een boek met troost voor hen die geduldig wachten op Gods wraak op de ellendige vijanden. 

Nahum 1 

De aankondiging van het oordeel over Ninevé. De onderdrukten zullen troost ontvangen.

Nahum 2  

De beschrijving van de belegering en verwoesting van Ninevé.

Nahum 3 

De schildering van het verschrikkelijke einde van de goddeloze stad.

Het oordeel over Ninevé is een ernstige waarschuwing voor hen, die aanvankelijk berouw gehad hebben over hun daden, maar later tot dezelfde zondige uitspattingen terugkeren. Maar naast de persoonlijke waarschuwing die er voor ieder mens in opgesloten is, is de profetie toch allereerst een beeld van Gods oordeel over de zondige, goddeloze en God vijandig gezinde wereldmachten. 

Sanherib had het aangedurfd om Jeruzalem te dreigen, de stad waar God zijn Woning op aarde had gevestigd en hij had zijn gezanten gestuurd om de stad en zijn leiders angst aan te jagen en de God van Israël te bespotten (‹zie Jes. 36, en zie ook Nahum 2:13 over ‘je gezanten’›). Maar nu zou het afgelopen zijn en zou het vroegere bolwerk van Nimrod vrijwel van de kaart geveegd worden. 

Kort voordat de Heer Jezus in heerlijkheid op aarde verschijnt, zal ‘de Assyriër’, ook wel genoemd ‘Assur’, de ‘koning van het Noorden’ opnieuw vijandig handelen met Israël. Antiochus IV Epifanus is een historische voorafbeelding van deze Assyriër in de eindtijd. 


Bronnen:

christipedia.nl


H.H. Halley: Bible Handbook, 24e editie, 1965


C.F. Keil & F. Delitzsch: Biblical Commentary of the Old Testament, 1950 


R.B. Chisholm: ‘Handbook of the Prophets’, Baker Book House, Grand Rapids, 2002


D.A. Dorsey: ‘The Literary Structure of the Old Testament: A Commentary on Genesis-Malachi’, Baker Academic, Grand Rapids., 1999


Alexander Fraser: ‘Nahum’ , in ‘The New Bible Commentary’, van D. Guthrie en J.A. Motyer, 3rd edition, InterVarsityPress, 1970



Bewerking: 

redactie EBV - 1 juni 2023