De Twaalf Profeten

MICHA

De inleidingen tot de Bijbelboeken zijn bedoeld als ondersteuning voor de bestudering van de Bijbelboeken, maar het verdient alle aanbeveling om eerst ieder Bijbelboek zelf een aantal keren aandachtig te lezen, opdat al lezend een beeld van het boek, van de achtergrond ervan, van zijn inhoud, opbouw en van zijn onderwerpen ontstaat. De aandacht voor de tekst van het Woord van God zelf dient altijd voorop te blijven staan vanwege het hoogste gezag dat dit Woord in alle opzichten vertegenwoordigt. 


INLEIDING 


Micha is de naam van een boek in het Oude Testament en van de profeet die het boek geschreven heeft. Het geschrift behoort bij de boeken van “De kleine profeten”. Het woord van God kwam tot Micha in de 2e helft van de 8e eeuw v. Chr. 

De naam ‘Micha’ betekent “Wie is als Jahweh?”, “Wie is gelijk de HEERE?”.

De profeet kwam uit het plaatsje Moreseth-Gad, dat in zuidwesten van Juda lag. Het gebruik van vele termen die gangbaar waren in het boerenleven, geeft blijk van zijn afkomst.  

Micha trad op in Juda in de tijd van achtereenvolgens de goede koning Jotham, de slechte koning Achaz en de goede koning Hizkia, koningen van Juda (2 Kn. 15 - 20). Dit plaatst hem in de tijdsperiode van ca. 745 tot 705 v. Chr. Hij was een tijdgenoot van Jesaja, hoewel Micha enige jaren later optrad.  

Achaz was een goddeloze vorst, die gegoten beelden voor de Baäls maakte, zijn zonen door het vuur liet gaan (2 Kn. 16:3; 2 Kr. 28:2), hij bracht offers op hoogten en heuvels en ‘onder elke bladerrijke boom’ (2 Kr. 28:4). God gaf Achaz over in de hand van Syrië, zodat een grote groep gevangen werd weggevoerd. 

Voor hem sloeg Pekah, de koning van het Tienstammenrijk, 120.000 man in Juda dood (2 Kr. 28:6). 


Profetische boodschap


In zijn boek richt Micha zich tot beide rijken Juda (het 2-stammenrijk) en Israël (het 10-stammenrijk), maar in het bijzonder tot Juda. Micha getuigde in Juda in krachtige taal tegen de zonden van de priesters in de Tempel en van het volk. Daarnaast hekelde hij de valse profeten, die beweerden profeet van de HEERE te zijn, maar hun positie gebruikten om valse hoop en verkeerde inzichten te verkondigen. 

Hij profeteerde de ondergang van zowel het 10-stammenrijk (= Israël) als het 2-stammenrijk (= Juda). Maar, terwijl Israël ondergaat, zal Juda door God getuchtigd en uiteindelijk behouden worden. Want Juda zal wel in de handen van de wereldvolken vallen, maar straks komt het oordeel over de volken en zal Gods volk tot zegen van de mensheid worden verhoogd. Micha besluit met beloften over het herstel van het volk, de vergeving van zonden en de heerlijkheid van de regering van de Messias.

De belofte van redding en verlossing concentreert zich in de Messias, wiens vrederijk zich over heel de aarde zal uitbreiden. Net als zijn tijdgenoot Jesaja voorzegt hij heel duidelijk de komst van de Messias. Zelfs is een enkel gedeelte van zijn profetie woordelijk gelijk aan dat Jesaja, vergelijk hoofdstuk 4 met Jes. 2. 

Het boek Micha biedt een “profetisch ver-gezicht”, vergelijkbaar met het uitzicht dat iemand vanaf een bergtop heeft: hij ziet alleen de andere bergtoppen, de nabije en verafgelegen toppen. Echter wat zich in de dalen afspeelt, ziet de profeet niet. De profeet Micha profeteerde van zijn gezichtspunt over gebeurtenissen die zowel in de nabije toekomst als in de verre toekomst zouden plaats vinden.

 

Indeling en overzicht


Dit boek, dat 7 hoofdstukken met gezamenlijk 105 verzen telt, bestaat uit 4 delen. 


I. Micha 1-3. De aankondiging van Gods oordeel, zowel over Israëls als over Juda’s zonde, en het aanwijzen van de oorzaken: hebzucht van de rijken, verwerping van het profetische woord en verdrukking van de armen.  De vijand zal komen en het volk wegvoeren in ballingschap, - het wordt in korte zinnen met indringende woorden en beelden geschilderd - , en Sion, Jeruzalem, zal als een akker omgeploegd worden, een puinhoop zal het worden en  de berg van het Huis van de HEERE zal veranderen in offerhoogten in het woud, vanwege de leiders, de priesters en profeten. 


II. Micha 4-5. Gods toekomst voor zijn volk. Sion zal uit de vernedering worden hersteld. Babels ballingschap loopt niet uit op de eeuwige ondergang van het volk. God zal heersen over de volken, als de Heerser in Israël uit Bethlehem-Efratha geboren zal worden. Vanuit Migdal-Eder, de Schaapstoren op de heuvel van de dochter van Sion, zal de ware Herder, de kudde weiden. De volken zullen vol ontzag komen naar de berg van de HEERE om zich te stellen onder de hoede van de Koning uit Bethlehem-Efratha, “die vrede zal zijn.” (5:3). Uit Sion zal de Wet uitgaan en het Woord van de HEERE uit Jeruzalem. Het zal afgelopen zijn met oorlogvoeren! Maar eerst nog zal de dochter van Sion in het nauw komen en de volken zullen geen mededogen hebben, maar de HEERE zal het tij doen keren. Dan zal Assyrië, het land van Nimrod, volkomen onderworpen worden. Het bekeerde overblijfsel van Jakob zal sprankelen, machtig zijn als de leeuw onder de dieren in het woud. 


III. Micha 6-7:6. Opnieuw worden oordelen aangekondigd. De HEERE dient als bij een rechtszaak zijn beschuldigingen tegen het zondige volk in. Het land zal een woesternij worden en de bewoners een aanfluiting. De ontrouw van het volk is in alle opzichten groot.


IV. Micha 7:7-20. De verwachting van het getrouwe overblijfsel: “Maar ik zal uitzien naar de HEERE, ik zal wachten op de GOD van mijn redding.” En dan klinkt het opnieuw: “Op die dag zal men tot je komen, vanuit Assyrië en de steden van Egypte, en vanuit Egypte tot aan de rivier de Eufraat, en van zee tot zee en van gebergte tot gebergte.” En dan besluit de profeet met de woorden: “U zult Jakob trouw bewijzen, en liefdevolle trouw aan Abraham, zoals U onze vaderen gezworen hebt vanaf de dagen van weleer.” 



Bronnen:

christipedia.nl


H.H. Halley: Bible Handbook, 24e editie, 1965


C.F. Keil & F. Delitzsch: Biblical Commentary of the Old Testament, 1950 



Bewerking: 

redactie EBV - 31 juni 2023