De genezing van een verlamde
3
1 Het volgende gebeurde toen Simeon Petrus en Johannes samen opliepen naar de Tempel op het uur van het gebed, dat is het negende uur, drie uur ’s middags.    2 Zie, een man die van de moederschoot af verlamd was, werd binnengedragen door de mannen die gewoon waren om hem te brengen en neer te zetten bij de poort van de Tempel die ‘De Schone’ genoemd werd, om daar een gave te vragen aan hen die de Tempel binnengingen.        3 Toen hij Simeon en Johannes de Tempel zag binnengaan, vroeg hij hun om hem uit liefdadigheid een gift te geven.    4 Simeon en Johannes keken hem scherp aan en zeiden tegen hem: “Kijk ons aan!”    5 Hij keek hen strak aan in de hoop dat hij iets van hen zou ontvangen. 6 Simeon zei tegen hem: “Goud en zilver heb ik niet, maar wat ik heb, geef ik je: In de Naam van Jezus Christus, de Nazarener: Sta op en loop!”      7 Hij greep hem bij de rechterhand en richtte hem op en op datzelfde moment werden zijn voeten en enkels sterk. 8 Hij sprong op, stond op zijn voeten en ging met hen de Tempel binnen, terwijl hij liep, sprong en GOD loofde.
9 Heel het volk zag hem lopen en GOD loven. 10 Zij wisten dat hij de bedelaar was die elke dag bij de Poort van de Tempel zat die ‘de Schone’ genoemd werd, om een gave te vragen en zij waren vol verbazing en verwondering over wat er met hem gebeurd was.    11 Terwijl hij Simeon en Johannes vasthield, kwam heel het volk vol verbazing naar hen toe rennen bij de zuilengang, die naar Salomo was genoemd.     
12 Toen Simeon dit zag, nam hij het woord en zei tegen hen: “Mannen, zonen van Israël, waarom verwonderen jullie je hierover, of waarom staren jullie zo naar ons alsof wij door onze kracht of onze macht ervoor gezorgd hebben dat deze man is gaan lopen?    13 De GOD van Abraham, Izak en Jakob, de GOD van onze vaderen, heeft zijn Zoon Jezus verheerlijkt, die jullie in tegenwoordigheid van Pilatus overgeleverd en verworpen hebben, hoewel die rechtvaardig geoordeeld had en Hem wilde vrijlaten.        14 Maar jullie hebben de Heilige en Rechtvaardige verworpen en gevraagd dat men jullie een man, die een moordenaar was, zou geven.      15 Jullie hebben het Hoofd van het Leven gedood, die GOD uit het verblijf van de doden heeft doen opstaan en wij allen zijn daarvan getuigen.      16 Door het geloof in zijn Naam heeft Hij deze man, die jullie zien en kennen, weer kracht gegeven en genezen. Het geloof in Hem heeft hem dit herstel gegeven in het bijzijn van jullie allen.   
17 En nu, mijn broeders, ik weet dat jullie het uit onwetendheid hebben gedaan, net als jullie leiders.    18 GOD heeft zo in vervulling doen gaan wat Hij tevoren door de mond van alle profeten verkondigd had, namelijk dat zijn Christus moest lijden.      19 Heb daarom berouw en bekeer je, opdat jullie zonden uitgewist mogen worden en er tijden van rust mogen komen voor het aangezicht van de HEERE    20 en Hij Degene tot jullie zal zenden, die Hij daartoe voor jullie voorbereid had: Jezus Christus,    21 die door de hemel opgenomen moest worden tot aan de vervulling van de tijden van al die dingen die GOD al lang geleden door de mond van al zijn heilige profeten gesproken heeft.    22 Want Mozes heeft gezegd:
 
‘De HEERE zal voor jullie een Profeet
zoals ik doen opstaan uit jullie broeders.
Naar Hem moeten jullie luisteren
in alles wat Hij tot jullie spreken zal.’       
23 Ieder die niet naar die Profeet luistert,
zal uit het volk worden uitgeroeid.   
 
24 Alle profeten vanaf Samuël en de profeten die na hem kwamen, hebben over deze dagen gesproken en ze aangekondigd.    25 Jullie zijn de zonen van de profeten en van het Verbond dat GOD met onze vaderen gesloten heeft toen Hij tegen Abraham zei:
 
‘Door jouw zaad zullen alle stammen
van de aarde gezegend worden!’     
 
26 Lang geleden al heeft Hij het Verbond met jullie gesloten en nu heeft GOD zijn Zoon gezonden om jullie te zegenen en opdat jullie je zouden bekeren en berouw zouden hebben van jullie slechte daden.”