Efraïm en zijn voorvader Jakob
12
1 “Efraïm omringt Mij met leugen en het huis van Israël omringt Mij met bedrog en Juda zwerft nog rond met God en met de trouwe Hoogheilige.      2 Efraïm is een herder van wind en loopt achter de oostenwind aan. De hele dag doet hij de leugen en het geweld toenemen. Zij sluiten een verbond met Assyrië en er wordt olie naar Egypte gebracht.”     
 
3 “De HEERE heeft een geschil met Juda en Hij zal met Jakob handelen overeenkomstig diens wegen, naar zijn daden zal Hij hem vergelden.    4 In de moederschoot greep hij zijn broer bij de hiel en in zijn mannelijke kracht streed hij met GOD.    5 Hij streed met de engel en overwon. Hij weende en smeekte tot Hem. In Bet-El vond hij Hem en daar sprak Hij met ons,    6 ja, de HEERE, de GOD van de legermachten, HEERE is zijn gedenkwaardige Naam.    7 Bekeer je tot je GOD, houd vast aan liefdevolle trouw en aan het recht, en hoop voortdurend op je GOD.”
 
8 “Kanaän heeft een bedrieglijke weegschaal in zijn hand, hij houdt van afpersen. 9 Maar Efraïm zegt: ‘Ik ben rijk geworden, ik heb mij een groot vermogen verworven, in al mijn arbeid zullen zij bij mij geen ongerechtigheid vinden die zonde is.’ ”
 
10 “Ik ben de HEERE, je GOD, vanaf je uittocht uit het land Egypte. Ik zal je weer in tenten doen wonen, zoals in de dagen van de samenkomst in de woestijn.    11 Ik zal tot de profeten spreken en Ik zal de visioenen talrijk maken en door de dienst van de profeten zal Ik in gelijkenissen spreken.”  
 
12 “Als Gilead al ongerechtigheid was, dan zijn ze in Gilgal helemaal onwijs geworden. Zij offerden daar runderen. Ook hun altaren zijn veranderd in steenhopen in de voren van de akkers.        13 Jakob vluchtte naar het land Aram en Israël diende om een vrouw en om een vrouw hoedde hij de kudde,      14 maar door een profeet deed de HEERE Israël optrekken uit Egypte en door een profeet werd het gehoed.   15 Efraïm heeft Hem heel diep gekrenkt. Daarom zal Hij zijn bloed op hem doen neerkomen en zijn Heer zal hem zijn smaad vergelden.”