118
1 Bij het begin ...
Dank de HEERE, want Hij is goed,
want zijn liefdevolle trouw
is tot in eeuwigheid.   
2 Laat Israël zeggen:
“Zijn liefdevolle trouw is tot in eeuwigheid.”   
3 Laat het huis van Aäron zeggen:
“Zijn liefdevolle trouw is tot in eeuwigheid.”
4 Laten zij die de HEERE vrezen zeggen:
“Zijn liefdevolle trouw is tot in eeuwigheid.”
 
5 Onderweg ...
Uit de benauwdheid heb ik
tot de HEER geroepen.
De HEER heeft mij geantwoord,
Hij gaf mij ruimte.   
6 De HEERE is bij mij, ik zal niet vrezen,
wat zou een mens mij doen?     
7 De HEERE is bij mij onder hen die mij helpen.
Ik zal neerzien op hen die mij haten.
8 Het is beter bij de HEERE te schuilen,
dan op een mens te vertrouwen.     
9 Het is beter bij de HEERE te schuilen,
dan op edelen te vertrouwen.
10 Alle volken hadden mij omringd,
in de Naam van de HEERE
heb ik ze neergehouwen.
11 Zij hadden mij omringd,
ja, zij hadden mij omsingeld.
In de Naam van de HEERE
heb ik ze neergehouwen.
12 Zij hadden mij omringd als bijen,
zij zijn uitgedoofd als een doornenvuur.
In de Naam van de HEERE
heb ik ze neergehouwen.   
13 U had mij zeer hard gestoten,
zodat ik bijna viel,
maar de HEERE heeft mij geholpen.
14 De HEER is mijn sterkte en psalm,
Hij werd mij tot redding.     
15 In de tenten van de rechtvaardigen klinkt
het geluid van gejuich en van redding.
De rechterhand van de HEERE
doet krachtige daden.
16 De rechterhand van de HEERE
is hoog opgeheven,
de rechterhand van de HEERE
doet krachtige daden.   
17 Ik zal niet sterven, maar leven,
ik zal de daden van de HEER verkondigen.   
18 De HEER heeft mij zwaar getuchtigd,
maar aan de dood
heeft Hij mij niet overgegeven.   
 
19 Bij het binnengaan
Open voor mij de poorten
van de gerechtigheid,
ik zal daardoor binnengaan,
k zal de HEER danken.     
 
20 Degenen die de stoet ontvangen zeggen ...
Dit is de poort van de HEERE,
de rechtvaardigen zullen daardoor binnengaan.
21 Ik zal U danken,
omdat U mij geantwoord hebt,
U bent mijn redding geworden.
22 De steen, die de bouwlieden
verworpen hadden,
is tot de Hoofdhoeksteen geworden.   
23 Deze kwam van de HEERE,
het is een wonder in onze ogen.   
24 Dit is de dag die de HEERE gemaakt heeft,
laten wij ons verheugen en ons erin verblijden.   
25 Och, HEERE, breng toch redding,
o HEERE, geef toch voorspoed.
26 Gezegend is Hij die komt
in de Naam van de HEERE!
Wij zegenen jullie uit het Huis van de HEERE.   
27 God is de HEERE die ons licht gegeven heeft.
Bind het feestoffer met touwen vast
aan de horens van het altaar.   
 
28 Die binnengaan zeggen ...
U bent mijn God, daarom zal ik U danken,
o mijn GOD, ik zal U verhogen.
 
29 Allen tezamen ...
Dank de HEERE, want Hij is goed,
want zijn liefdevolle trouw is tot in eeuwigheid.